Wanneer zal ik het afleggen ‘s avonds, dat moeten schrijven, dat willen. Dat een gewone dag gewoon mag eindigen in rust.
Dat het goed is geweest, zo.
En dat het laatste wat ik denk voor ik in slaap val niet hoeft te zijn, hoe zou het hen vergaan, die mensen die ik verzonnen heb. Moeten ze niet anders? Ergens heen? Echter?
Dat er niemand nog op me wacht.
Geen gezicht, geen plot of inzicht, geen spanning, geen doel. Niets meer dat moet gedeeld.
Laat me het opvouwen als kleren op een stoel. Klaar met een dag wanneer de dag voorbij is. Er moet geen woord meer over.
Liever een laatste blik op straat, de wandelaar met de hond, het licht van de televisie bij de overburen en geluid van de snelweg, de horizon voorbij.
Foto door Israel Sundseth op Unsplash